Haar ogen flitsen alle kanten op, ze kijkt mij kort aan en dan toch weer naar beneden. Ze weet zichzelf geen houding te geven. Gaat ze de waarheid vertellen of een smoes verzinnen om niet dat cadeautje te hoeven geven? Ik zie de twijfel in haar ogen, haar hele houding verraadt de tweestrijd. Weken geleden had ze al verteld dat ze aan een leuke paddle kon komen, ze zag het maar al te graag gebeuren dat ik ermee van langs zou krijgen.
Om het spelletje mee te spelen heb ik natuurlijk een paddle bij haar besteld en gevraagd deze vandaag mee te brengen. Als ze enigszins na had gedacht, had ze zelf ook wel kunnen bedenken dat deze op haar gebruikt zal gaan worden.
Ze kijkt me smekend aan. “Zal ik je tas dan zelf maar even halen?” Een klein voorzichtig knikje van haar kant, ze heeft het echt moeilijk. Ik loop naar de plek waar onze tassen staan, vis die van haar eruit en loop terug naar de hoek waar ze zo lief staat te wachten.
Ik overhandig haar de tas en geef haar even de tijd om zelf de paddle eruit te halen. Haar gezicht spreekt boekdelen. De gedachte om er vandoor te gaan is groot bij haar, maar niet een hele slimme zet in deze toestand.
Ze rommelt wat in haar tas, doet net alsof ze het niet kan vinden. Zo moeilijk te vinden is het niet, want het is nogal een gevaarte. Ik kijk haar doordringend aan. “Gaat ‘t er vandaag nog van komen?” Met enige tegenzin haalt ze de paddle uit haar tas, legt de tas aan de kant en kijkt mij aan wat ze moet doen. Ik steek mijn hand uit en ze geeft mij de paddle. “Dankjewel”, zeg ik met een grijns.
Ik bestudeer de paddle goed, bekijk hoe dik deze is en laat deze een aantal keer op mijn hand neerkomen, even voelen hoe deze aankomt. “Die gaat zijn werk zeker doen!”
Mijn ogen gaan richting de kruk die naast haar staat, maar dan valt mijn oog op een mooi bankje. Perfect om overheen te buigen tijdens het volgende pak slaag. Ik knik naar het bankje, gedwee loopt ze erheen en neemt de juiste houding aan.
“Hoe vaak denk jij de afgelopen week opmerkingen gemaakt te hebben die eigenlijk niet door de beugel kunnen??” Ze denkt even na: “Eeuhm, een stuk of 100?” Ik grijns, ze is wel heel erg eerlijk. Dat is een goede eigenschap, maar in dit soort situaties niet altijd even handig.
Op mijn hurken ga ik voor haar zitten, pak haar kin vast, zodat ze mij aankijkt. “100 opmerkingen dus? Dat is wel erg veel he..! Is het nou echt zo moeilijk om je te gedragen als ik in de buurt ben? Laten we je mooie cadeautje dan ook maar eens goed inwijden en iedere opmerking van jou belonen met 1 slag van de paddle!”
Ze slikt even, slaat haar ogen neer en knikt naar me. “Sorry, wat zeg je?” Een diepe zucht komt uit haar en mompelt wat. Ik pak haar kin weer vast en kijk haar diep in de ogen. “100, lijkt mij wel fair ja.” “Mooi! Zet je maar schrap dan, gaan we dat eens doen.”
Achter haar staand, laat ik de paddle op haar billen rusten en haal dan onverwachts flink uit. Ze springt overeind van de pijn, ik duw haar met een grijns terug. “Dat was nummer 1, nog 99 te gaan. Bedenk maar bij iedere slag hoe slim het was om mij zo uit te dagen.”
De volgende 9 slagen haal ik net zo flink uit als bij de eerste, met veel moeite blijft ze liggen. Er beginnen paars/blauwe plekken te verschijnen op haar billen, dus ik besluit de volgende series iets zachter te geven. Ik wrijf over haar billen om te voelen of er niet al te harde plekken ontstaan.
Het is zo’n mooi plaatje, een dame voorover gebogen over een bankje, haar billen aanbiedend, wachtend op de volgende serie klappen. Ik tik zachtjes op haar billen, breng mijn arm naar achter en laat de paddle neerkomen op de overgang van bil naar benen. Een stuk zachter dan daarnet, maar wel met dezelfde impact. Ze heeft het zichtbaar moeilijk, haar handen stevig om het bankje geklemd. De kreten die ze slaat zijn een teken dat het binnenkomt. Na vandaag zal ze hopelijk iets beter na gaan denken voor ze de volgende grappensalvo uit brengt.
Slag na slag komt neer op haar geteisterde billen, verdeeld over haar gehele biloppervlak, geen plekje wordt overgeslagen.
Tijdens de slagen houd ik haar goed in de gaten, lees haar lichaamstaal. De kracht van mijn slagen neemt af naar mate ze het moeilijker krijgt. Ze heeft zichzelf voorgenomen zich niet te laten kennen, zal geen traan proberen te laten. Ik loop om haar heen en fluister in haar oor: “Je doet het prima! Nog 10 te gaan.. en deze ga je meetellen.”
Zoals de eerste tien, zullen ook de laatste tien harder dan de rest zijn. De eerste slag komt hard neer op haar billen, ze hapt naar adem en weet even niks uit te brengen. Ik leg mijn hand op haar onderrug en wacht rustig tot ze weer op adem is. “1”. Meteen haal ik uit voor de tweede slag, ze pakt de poten van het bankje steviger vast en bijt op haar lippen. “2”. De derde slag komt net iets lager neer, waardoor haar benen trappelend omhoog vliegen. “3”. Ze herpakt zichzelf en gaat weer in juiste positie liggen. Ik haal meteen weer vol uit en zie haar hele lichaam verkrampen. Met moeite gooit ze er een “4” uit.
De volgende 3 slagen komen precies in het midden neer. Haar adem stokt, ze veert iets omhoog bij iedere slag en herpakt zichzelf weer. Bij iedere volgende klap gaat het uitbrengen van het juiste getal moeizamer. Ik haal weer uit en laat deze op de onderkant van haar billen neerkomen. Ze zegt niks meer, dus ik tel voor haar verder: “Dat was nummer 8! Nog 2 te gaan.” Ze schudt haar hoofd, ze kan niet meer. De laatste 2 slagen laat ik snel achter elkaar op haar billen landen.
Ze ligt slap over het bankje heen. Ik fluister in haar oor dat het klaar is, help haar omhoog en neem haar mee naar de bank. Op het bankje trek ik haar tegen me aan en sla een dekentje om haar heen. Tijd om bij te komen. Met haar hoofd op mijn schoot ligt ze rustig op de bank. Ze kijkt me aan en fluistert half gapend: “Dankjewel.” Ik streel haar zachtjes over haar rug en zie met een glimlach toe dat ze in slaap valt.